De waterpoloërs van MZ&PC De Reest speelde afgelopen zaterdag zijn één na laatste uitwedstrijd van het seizoen. Dit maal stond VKC uit Tubbergen op het programma. 0 uit 5. Dat was de statistiek in de afgelopen jaren van de meppelers in Tubbergen. Ofwel, gewonnen werd er nog nooit.

VKC heeft het dit seizoen lastig. De ploeg bungelt in tegenstelling tot voorgaande jaren onderaan in de competitie. De Reest doet het iets beter en staat 1 plekje hoger. Onder andere door de thuisoverwinning op VKC, eerder deze competitie. Met het verdiende punt een week eerder tegen De Walvisch in het achterhoofd, hadden de mannen uit Meppel alle vertrouwen in een goede afloop. De ploeg moest wel noodgedwongen 2 sterkhouders achterlaten in Meppel. Supertalent Talsma kampt met een vervelende schouderblessure en routinier Rutger van den Hoofdakker was nog herstellende van een vervelend griepje.

VKC begon met veel energie aan de wedstrijd. Het was duidelijk dat de ploeg uit Tubbergen dit duel om des keizers baard, niet wilde laten lopen. De ploeg uit Tubbergen ging steeds ruim voor het verstrijken van de aanvalstijd van De Reest, al weer in de aanval. Deze tactiek bleek in de beginfase goed uit te pakken, want VKC counterde naar een 2-0 voorsprong. De Reest wist daarentegen het net nog niet te vinden. De meppeler schutters kregen in de tweede lijn erg veel ruimte. Maar de slecht ingeschoten ballen waren allemaal een makkelijke prooi voor de verder uitstekende keeper van VKC. De Reest kreeg met deze 2-0 achterstand vele levensgrote kansen, maar faalde telkenmale in de afronding. Gelukkig was het Meijer die aan het eind van de eerste periode toch de aansluitingstreffer kon maken.

In de tweede periode tapte De Reest uit een heel ander vaatje. VKC maakte nog wel de 3-1, maar daarna gingen alle remmen los. Binnen twee minuten denderde De Reest volledig over VKC heen en liep de ploeg uit naar 3-5. Kamphuis (2x), Meijer, De Jong en Driesen maakten de doelpunten. VKC kon in het tweede deel van deze periode nog wel de 4-5 maken, maar De Vries schoot met nog 10 seconden te spelen de marge weer naar 2.

In de derde periode, doorgaans de minste periode, wisten de meppelers het niveau vast te houden. Vele kansen werden nog steeds gemist. Maar verdedigend lag de ploeg als een huis. Bijker en met name Voogt speelden nagenoeg foutloos en wisten hierdoor menig aanval van VKC vroegtijdig de stoppen. Kwamen de tubbergers wel eens tot scoren, dan kwam dat omdat De Reest zelf weer eens na liet af te ronden. Zo ook de 5-6 van VKC. De Reest had hieraan voorafgaand drie opgelegde kansen gekregen, maar verspilde ze allemaal. Gelukkig kon de ploeg via Meijer en Voogt de voorsprong wel uitbouwen en liep de ploeg uit naar 5-8. Het had eigenlijk 5-9 moeten worden, maar Meijer miste een strafworp. In de slotseconden van de derde periode kwam VKC toch weer in het zadel. Na een uitsluiting op 10 seconden voor tijd, schoot de topschutter van VKC raak. De Reest verdedigde deze man minder te passief.

Met een 6-8 tussenstand gaf coach Van den Hoofdakker zijn ploeg mee de wedstrijd geconsolideerd uit te spelen en de ruimtes in de tegenaanval te benutten. Deze aanwijzingen leverden binnen anderhalve minuut twee man meer situaties op, helaas zonder rendement. Net als in de derde periode scoorde VKC wél nadat De Reest diverse buitenkansjes had laten liggen, 7-8. Van den Hoofdakker nam een tactische time out, in de hoop zijn ploeg aan de goede kant van de score te houden. Niets bleek minder waar, want met nog anderhalve minuut op de klok, kwam VKC langszij. In wat de laatste aanval van De Reest zou worden, gaf Bisschop een prachtige pass over de verdediging van VKC heen. Midvoor Kamphuis strekte zich en tikte de winnende achter de keeper van VKC.

Een overwinning die zoet smaakte, zo bleek na de wedstrijd. De ploeg bleef net even langer dan anders met elkaar langs de badrand zitten. Allemaal genietend van de eerste overwinning in zes jaar tegen de stugge Tubbergers. Van den Hoofdakker prees na afloop de teamprestatie van zijn ploeg, maar vond het toch ook wel onnodig spannend worden. ‘Zijn we iets scherper in de afronding, dan stappen we hier met 8-19 uit het water. Maar dit is ook mooi. De drie punten tellen.’